Mijn natuurlijke habitat blijft altijd het theater. Het liefst met een groep enthousiaste amateurspelers en een hoop wilde plannen.

Foto: © Theo Huijgens
Werkwijze
Meestal schrijf ik mijn stukken zelf (op basis van improvisaties van mijn spelers), maar ik heb ook klassiek repertoire geregisseerd en bestaande verhalen bewerkt. Wat dat betreft kan het alle kanten op.
Ik werk bij voorkeur met amateurspelers en heb ruim ervaring met spelers die het Nederlands niet goed machtig zijn, maar ook spelers met zichtbare en onzichtbare beperkingen. Mijn eigen theatergroep, Irene & Co is een zeer divers gezelschap.

Foto: © Theo Huijgens
Achtergrond
In 2001 begon ik met theatersport. Ik hield van de spontaniteit en genoot van het samenspel, maar was niet in de wieg gelegd om improvisatie-acteur te worden. Na twee jaar spelen, gaf ik de trainingen (geholpen door wat nog steeds één van mijn favoriete theaterboeken is: Impro van Keith Johnstone). We experimenteerden met lange vormen en ik merkte dat ik me moest inhouden om niet constant allerlei suggesties te doen (lees: te regisseren).
Dat is natuurlijk niet de bedoeling van improvisatie, maar wel een teken dat het bloed kruipt waar het niet kan gaan. Daarom besloot ik in 2010 een regie-opleiding te volgen om dan maar ‘echt’ regisseur te worden.
Mijn improvisatie-achtergrond heeft me daarbij enorm geholpen. Om te kunnen improviseren moet je niet alleen fouten durven maken, maar ook inzicht hebben in verhaalstructuur en karakteropbouw. Handige vaardigheden voor een regisseur.

Foto: © Theo Huijgens
Studenten Nederlands staan erom bekend dat ze in allerlei niet voor de hand liggende beroepen belanden en ik ben daarop geen uitzondering. Nederlands is namelijk ook in het theater toepasbaar. Mijn uitgebreide kennis van de taal en de manier waarop zij gesproken wordt, maakt dat mijn spelers – ondanks eventuele fysieke of praktische beperkingen – zonder uitzondering goed overweg kunnen met hun tekst.
Na mijn regieopleiding ben ik me gaan specialiseren. Ik wilde met elke mogelijke speler kunnen werken. Niet alleen met de geschoolde amateurspelers die je bij verenigingen vaak ziet, maar bijvoorbeeld ook met ouderen, mensen die het Nederlands onvoldoende machtig zijn of mensen met een zichtbare of onzichtbare beperking.
De methode van Augusto Boal, Theatre of the Oppressed sloot daar goed bij aan. Ik volgde een aantal cursussen bij Formaat. Hoewel de methode zich concentreert op ‘theater als middel’, heeft de structuralistische visie van Boal veel invloed gehad op mijn werkwijze.
Ik kan nu met recht zeggen dat ik met iedereen die gemotiveerd is en instructies kan opvolgen, een voorstelling kan maken. Wat dat betreft word ik graag uitgedaagd. Werken met doelgroepen dwingt je om creatief te zijn en daar komen de mooiste dingen uit.

Foto: © Theo Huijgens
Ervaring
In het verleden regisseerde ik onder andere:
- Mannen & Vrouwen (theateratelier voor MBO – in opdracht van rotterdamscentrumvoortheater)
- Nachtvlinders (gebaseerd op Miss Saigon en improvisaties van de spelers)
- Experiment W (op basis van diverse horrorfilms, met Maarten van Krimpen)
- Gooi je schoonmoeder uit het raam (op basis van improvisaties en verhalen van de spelers)
- Ergens achter de regenboog (bewerking van De tovenaar van Oz)
- Tsjechov’s Nachtmerrie (een monoloog uit ‘De Meeuw’ van Tsjechov, met o.a. Coen Janssen en Natascha Leenstra)
- Dansen & Hoeveel kost het ijzer (Bertolt Brecht)
- Marcus Antonius (bewerking van Shakespeare’s Antonius & Cleopatra)

Foto: © Theo Huijgens