Soms hebben collega-dichters prachtige megalomane plannen. Soms worden die werkelijkheid en mag je een klein beetje daarbij helpen.
Mark Opfer, die ik tijdens de eerste editie van Poëziebus heb leren kennen, rondt dit jaar zijn opleiding op de Schrijversvakschool af met een episch gedicht; ‘Bob – Het vuile werk’. 92 pagina’s telt het – een niet on-ambitieuze onderneming, om het eens zacht uit te drukken.
Afgelopen dinsdag had hij de presentatie gepland en afgelopen zondag heb ik hem geholpen om die (samen met actrice Rosa Schogt) voor te bereiden. Best een klus, zeker omdat het voordragen van 92 pagina’s tekst naar schatting zo’n anderhalf uur in beslag neemt en dat best veel is als er vooral geluisterd moet worden.
We hebben er in overleg voor gekozen om zo weinig mogelijk theatrale ingrepen te doen en vooral dicht bij de kern te blijven (de tekst) en manieren te zoeken om die, met wat ik theatraal bewustzijn noem, aan te kleden. Op die manier wordt het publiek nét iets meer bij de hand genomen en heeft het houvast aan de duidelijke structuur (Mark had zelf al filmpjes gemaakt om de verschillende delen van de tekst af te bakenen).
Het was fijn om te merken dat ik echt iets heb kunnen betekenen in het proces, zeker omdat dit voor mij iets is waar ik graag meer mee zou doen. Het is tenslotte een kruispunt van twee passies (theater en poëzie).
Mark schreef er dit over:
Irene Siekman heeft me geholpen bij het op toneel zetten van mijn podiumgedicht. Het was ontzettend waardevol om een regisseur naar de tekst te laten kijken. Haar doeltreffende vragen hebben me geholpen om dieper in de onderliggende betekenis van de tekst te komen. Dingen die voor mij vanzelfsprekend waren werden zo expliciet. Het helpt als de regisseur in kwestie dan ook nog eens een dichter is, zoals bij Irene Siekman het geval is. Ze werkt ook nog eens superlekker samen: geconcentreerd, respectvol en met een gedegen vakkennis.
Daar kan ik alleen maar heel blij mee zijn (ik heb het ook toegevoegd aan de aanbevelingen-sectie op deze website).
Organisatoren en programmeurs die eens wat anders willen (en dúrven), kunnen contact opnemen met Mark via Facebook.